zondag 17 juli 2011

Geëxporteerde polders

Reizen helpt om je met nieuwe ogen naar je eigen wereld te laten kijken. In de achter ons liggende vakantieweken was het vooral erg leuk om in een buitenland Nederlandse invloeden te herkennen en daarnaast een beter beeld te krijgen van hoe laag Nederland er in vroeger tijden moet hebben uitgezien. Op vakantie in het dorpje Süd op Nordstrand (waddenkust Schlesweig-Holstein) troffen we onverwacht oud Nederlandse teksten in een oud-katholieke kerk en deze gedenksteen bij haar kerkhof:


We verkenden de omgeving verder en leerden dat vanaf de 17de eeuw niet calvinistische lage-landers in ruil voor godsdienstvrijheid zich in deze streek vestigden en nuttig maakten met het bedijken van de kwelders. Dit lukte niet overal en ook moesten op gezette tijden enorme gebieden weer aan de zee worden prijs gegeven. Daardoor kun je ook nu nog zien en ervaren hoe vroegere lage-landers letterlijk het hoofd boven water moeten hebben gehouden.

Zicht op de hallige Nordstrandiches moor vanaf Nordstrand.
De verre boerderijen staan op hoogtes in een wijds waddenlandschap.
Ooit zagen grote delen van de lage landen er zo uit. 

De in de Waddenzee liggende Halligen zijn kwelders die alleen door een zomerdijk worden beschermd en jaarlijks tientallen malen overstromen door stormvloed. De grote boerenhoeves staan op hoge warften (= terpen of wierden) en zijn alleen per boot, via een treintje over smalspoor of een pad over het droogvallende wad bereikbaar. De boeren leefden vroeger van veeteelt, wat visserij en jacht. Tegenwoordig is hun bedrijfsvoering vooral gericht op toerisme,  natuurbeheer en bescherming.

Zicht op de Eider; een rivier met een flink getij !!
Wat verder naar het zuiden stroomt de Eider in de Waddenzee. De beneden-Eider blijkt een uniek stuk laagland rivier doordat het getij vrij in en uit kan stromen, zoute, brakke en zoete weilanden vlak bij elkaar liggen en de rivier nog volop meandert. Voor ons was het een bijzonder gezicht de rivier de “verkeerde kant op” te zien stromen. Het landschap ziet er uit als ouderwets Hollands rivierenland; je zit vanaf de dijk als het ware naar een werk van een oude Hollandse meester te kijken. Dat is niet toevallig. Nadat in 1619 in de lage landen de strijd tussen contra- en remonstranten was beslecht in het voordeel van de rechtlijnige calvinisten en Johan van Oldebarneveld was geëxecuteerd, vluchtten veel remonstranten naar Friedrichstadt aan de Eider waar ze in vrijheid hun godsdienst mochten belijden. Deze Hollanders werden invloedrijk en bepaalden in hoge mate de bouwstijl van de huizen in deze stad en de inrichting van het landschap in de wijde omgeving.

De landbouw in al deze gebieden is naar Nederlandse maatstaven een beetje “achtergebleven”, in elk geval beduidend minder geïntensiveerd. Dat maakt dat je door deze omgeving met het huidige Nederlandse (rivieren)landschap te vergelijken een soort winst-verlies rekening kunt opmaken van wat die intensivering met de boerennatuur, oftewel natuur bij inwoning, heeft gedaan. Neem bijvoorbeeld de bermen of de overhoeken; beduidend meer variatie in soorten planten dan in het huidige Nederlandse rivierenland.

Akker onkruid

In de berm: Kartuizer anjer; familie van de duizendschoon
(Je weet wel, van het vierdaagse defilé)
Of neem zo'n Geelgors: Een prachtige gors en bijna overal waar we in Noord-Duitsland of Denemarken de deur van de camper openden  hoorden we zijn karakteristieke deuntje. Droog of nat land, open of bebost, zuur of kalkrijk, maakt hem kennelijk niet uit; niet echt een kieskeurig vogeltje zou je denken. Dertig jaar gelden was dat in ons land eveneens het geval, maar inmiddels is de soort volledig uit ons rivierenland verdwenen.

Deze Geelgors kwam binnen bereik van mijn (niet tele) lens.
Hoe hebben we dat gedaan; en zouden we hem nog terug kunnen krijgen? Hoe zou dat klinken, de zang van een Geelgors langs het Tetwijkse fietspad?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten