zaterdag 23 april 2011

Slimmeriken en aparatuur

De eerste snee komt sneller op ons af dan we hadden gehoopt en verwacht. De zoekfrequentie wordt opgevoerd en de vraag of we liggende nesten wel of niet uitgebreid zullen markeren wordt prangend. Janek en ik turen door onze telescopen over een zee van paardenbloemen op zoek naar tekenen van broedverdacht gedrag bij de weidevogels voor ons. Het paartje Grutto’s vreet vooral en mevrouw gaat geheel niet in op zijn avances. Verspreid over de percelen foerageren Regenwulpen en is er opvallend veel gekibbel tussen Kieviten. Een Tapuit met een mooi lichtgrijs manteltje strijkt vlak voor ons neer op het betonpad. Een laag langs kruisende vrouwelijke kiekendief zorg voor paniek onder de vogels en opwinding bij ons, want ze heeft lange smalle en vooral puntige vleugels, verende vlucht en een beperkte witte stuit; een Grauwe kiekendief  zou best bijzonder zijn. 
Zo wordt het niks met het vinden van te beschermen legsels. We maken een insteek op het 2de perceel. Na twee Kieviten vliegt een Tureluur stil naar links, maakt een bocht naar rechts en pas dan flink misbaar. De beide Kievitslegsels hebben we snel gevonden, maar de Tureluur krijgt een tweede kans. In het laatste nummer van “Vogels” worden het echte slimmeriken genoemd, ze kijken helder en scherpzinnig uit hun ogen, zo weten de ingewijden, ze zijn fel op de bedreigers van hun jongen en razend goed in het verbergen van hun nesten. Ik geloof het allemaal direct, maar kreeg nooit de kans om deze moeilijk peilbare weidevogel zo diep in z’n pientere ogen te kijken. We gaan terug naar onze warme uitkijkpost. Janek ziet al verrassend snel de Tureluur op een heiningpaal neerstrijken, die na een korte pauze de paardenbloemenzee induikt en via een bochtige sluiproute van de aardbodem verdwijnt. We pakken de portofoons erbij. Jan heeft vanochtend met enige verbazing staan kijken naar wat we zoal aan apparatuur meenemen naar zijn weiland: verrekijker, telescoop + statief, GPS, portofoon, digitale camera en natuurlijk koffie en voldoende koeken, zijn misschien niet onmisbaars maar wel behulpzaam. Janek houdt de plek waar de vogel verdween door z’n scoop in de gaten en dirigeert me er naar toe. Een stille Tureluur vliegt veel meer naar links op dan ik haar had verwacht, maar de aanwijzingen via de portofoon bewijzen hun dienst. Als je dan het “kuifje” gevlochten gras tussen de paardenbloemen uit ziet steken, weet je zeker dat daaronder een diep nestkuiltje met 4 prachtige mini kievitseieren moet liggen. 


Slimme Tureluur geniet van z'n geliefde greppel
(foto 15-4 in Friesland genomen).


We maken een insteek op het volgende perceel waar we van grote afstand weer een stille Tureluur op zien vliegen ergens uit de buurt van een “vermoedstok” van een paar dagen geleden. De vogel krijgt gezelschap van haar partner en begint pas dan te alarmeren. We plaatsen een tweede "peilstok" en gaan terug voor een laatste kop koffie mét 2de koek en wachten. Ook al hebben we geen vogel terug zien komen wagen we een poging. Strak naar de twee stokken in de verte turend en stevig doorlopend komen we op zo’n 25 meter als opnieuw een zwijgzame Tureluur afvliegt. Nu hebben we het  punt wel scherp op ons ne(s)tvlies; wat kun je dan blij zijn met een orientatie polletje. Het nest ligt diep verscholen en heeft boven het gevlochten grasdakje nog een luifel van zuringbladeren versierd met een paardenbloembroche. Alleen vanuit een bepaalde hoek kun je met enig moeite de eieren zien liggen. Het gebeurt ons niet vaak, dat we met twee Tureluurlegsels “op zak” naar huis kunnen.
N.B. Het 2de nest lag op 365m van ons "koffiezitje" (nagemeten met de GPS-software).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten