donderdag 3 februari 2011

Boerenrommelvogels


Het zijn intensieve dagen geweest; thuis en op het werk. Vanmiddag is er nog wat tijd om te ontpolderen. Blokhoven-west lijkt leeg, ik kies voor linksom via ’t Overeind. Op het land van Jan en bij zijn buren lopen flink wat ganzen. Na een praatje over het “verbouwen” van ganzen (deden alle boeren daar maar zo laconiek over, er worden erg veel “schuttersputjes” opgericht in de polder deze dagen) vind ik een plekje met m’n snufferd in de zon, uit de wind en achter een paar balen oud maaisel. De ganzen zijn alert, maar wanneer ik er een tijdje rustig blijf staan zijn ze mij al snel vergeten. Naar links en rechts heb ik zicht op een paar duizend Kol-, Brand- en Grauwe ganzen.  Snel scan ik de groepen af op ringen. Op Jan’s land zit een zwarte ring X?? die ik door fel tegenlicht en de afstand  met geen mogelijkheid thuis gebracht krijg. Een andere vogel laat zich beter “aflezen” (2008 geringd in polder Arkemheen). Nogmaals scan ik de groepen langs op bijzondere soorten, maar vind alleen een Indische gans en een Canadees. Langzaamaan begin ik minder te jagen en steeds meer te genieten van het gekwebbel van al die vogels, van korte paniekvluchten, dreigende kopbewegingen, kleine schermutselingen en de ruimte van het land voor me. Soms stoppen ze plots met grazen en gaan alle koppen omhoog, reagerend op het geluid van manoeuvrerend landbouwmaterieel achter me; ze zijn dan al zo dichtbij dat ik kan zien dat grassprieten uit hun snavels hangen. Holenduifjes inspecteren alvast de holle kruinen van de oude knotessen op nestgelegenheden. De mestsilo is februarivol. 't Is tijd voor avondeten.

Op de terugweg kijk ik aan de Binnenweg nog even over het land. “Ziet u iets bijzonders? ” vraagt een jonge knul met een gitaartas op zijn rug. “Patrijzen” antwoord ik. “Zie ik hier wel vaker”, weet de gitarist, “hebt u laatst die Pestvogels ook gezien? ” Nee niet hier. Hij wel, woont er vlak bij, zegt ie.

03-02-2011: Geen molshopen; Patrijzen.

Patrijzen zitten inderdaad vaker hier. Typisch zo’n plek waarvan de bestemming niet helemaal eenduidig is en er wat ruimte ontstaat voor rommelig gewas. Precies dat zijn de plekken waar je ze nog kunt treffen: Tussen molshopen in pollig gras, of knerpend roepend in de schemer van een stille avond in februari. In het weidevogelseizoen trof ik ze ook wel op Jan’s land en bij z'n buren, na het maaien, in de gespaarde graseilanden als die wat langer bleven staan. Zo eenvoudig is het om het deze prachtige boerenlandvogels naar hun zin te maken. Ik wil maar zeggen; aan hen ligt het niet dat er zo weinig Patrijzen zijn. Gaat de efficiĆ«ntie van het bedrijf te ver omhoog dan raak je ze met de distels geheid weer kwijt. Daarom heb ik ze nu op de titelpagina van deze polderblog geplaatst; ze zijn een beetje synoniem voor het type natuur dat mij zo aan-, maar dat niet vanzelf meer spreekt.

03-02-2011: Boerenschoonheid.

2 opmerkingen:

  1. Da's ook toevallig. het nieuwste nummer van "Vogelnieuws" heeft als thema "Boerenlandvogels". Sjerp

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Bloglezers. Ik heb de instellingen voor reacties veranderd. Door onderaan bij "Reageer als" "Anoniem"te selecteren moet het nu meer mensen lukken om te reageren. Sjerp

    BeantwoordenVerwijderen